Eén van de drie aanbevelingen van de Onderzoeksraad, naar aanleiding van het incident Eindhoven, heeft betrekking op toepassing van de Governance Code Veiligheid in de Bouw. Dat moet volgens de Onderzoeksraad minder vrijblijvend.
Voor de kerngroep Governance Code zijn er door de Raad aanbevelingen:
Werk gezamenlijk aan het opstellen van principes die veiligheid (constructieve veiligheid, omgevingsveiligheid en arbeidsveiligheid) in de bouw bevorderen, en werk deze principes uit in de Governance Code Veiligheid in de bouw. Zorg ervoor dat deze principes door opdrachtgevers en door opdrachtnemers op ondernemingsniveau en op projectniveau gedragen en uitgedragen worden. Denk aan het uitwerken van ten minste de volgende principes:
- de borging van alle vormen van veiligheid binnen bouwprojecten;
- het belang van het organiseren van professionele tegenspraak;
- de principes van systemische risicobeheersing;
- het maken van de overstap van een schuldcultuur naar een leercultuur;
- de verankering van veiligheid in aanbestedingsprocedures.
En laat deelnemers nadrukkelijk verantwoording afleggen over de naleving ervan.
De hoofddoelstelling van de code is het terugdringen van veiligheidsrisico’s bij het realiseren, gebruiken en in stand houden van bouwwerken, teneinde onveilige situaties te vermijden en ongevallen te voorkomen.
De code richt zich niet specifiek op constructieve veiligheid, wat je kunt en moet doen om er voor te zorgen dat een bouwwerk/gebouw ook veilig is.
Bij Eindhoven is geconcludeerd dat een ontwerpfout de oorzaak van de instorting was. Tijdens de bouw waren er al de nodige signalen dat het niet goed zat. Meerdere partijen hebben daar melding van gemaakt. Dat heeft echter niet tot de juiste acties geleid. Het is genegeerd.
Dat het goed is om continu op verschillende manieren aan veiligheid te werken staat buiten kijf. Dat is nodig. Waar het om gaat bij constructieve veiligheid is hoe je het concreet organiseert. Wat zijn de maatregelen die je daarvoor neemt? Hoe dwingend zijn die? Dat zit hem in de vereiste structuur, duidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Wat gaat wie op welke wijze precies doen? Ook dan kan er nog steeds een fout worden gemaakt, ook met kwaliteitsborging. Worden bijvoorbeeld de ontwerpuitgangspunten met kwaliteitsborging ter discussie gesteld? Waarschijnlijk niet, omdat het rekenen aan een vloer, zoals bij Eindhoven, specialistisch werk is. Bij wat er zich in de uitvoeringsfase heeft afgespeeld was het met kwaliteitsborging en concrete waarborgen waarschijnlijk toch anders gelopen. De hoeveelheid fouten, in samenhang, zijn dusdanig dat er tijdig een lint om het bouwwerk was gegaan. Bij Eindhoven was er niemand om dat af te dwingen. Dit maakt ook duidelijk waar het met zelfregulering moeilijk is. Er zijn ‘vreemde’ ogen nodig.
De opdracht van de Onderzoeksraad is niet gericht op het organiseren van vereiste waarborgen constructieve veiligheid. Het is algemeen gehouden:
“Ga gezamenlijk aan alle vormen van veiligheid binnen bouwprojecten werken.”
Wat we hebben geleerd van eerdere inspanningen om constructieve veiligheid handen en voeten te geven, is dat het tot op heden niet mogelijk is gebleken om als bouw tot een concrete maatregel met een dwingend karakter te komen.
Hoe anders zou het zijn met deze opdracht van de Onderzoeksraad:
“Binnen drie maanden moet de wijze waarop constructieve veiligheid wordt geborgd op uniforme wijze in een concrete maatregel, een werkwijze die iedereen bindt, voor gevolgklassen CC2 en CC3, verplicht zijn.”
Ik acht de kans klein dat de huidige opdracht van de Raad gaat leiden tot de vereiste waarborg of misschien een code met iets meer cachet met een titel zoals ‘Model Code Structural Safety Assessment and Classification of Concrete Structures’.
We shall see …
PS
Op 12 december 2018 zal er een rondetafelgesprek plaatsvinden waarin dit thema op de agenda staat.
De Woordenlijst Nederlandse Taal is bij de lectuur te vinden | cafe De Tol | stamkroeg van “Normaal” in de Achterhoek.